Ik heb een
natuurlijk antipathie tegen gymzaaloptredens. Iets wat denk ik gevoed wordt
door mijn primitieve mening dat Rock'n'Roll alleen puur is wanneer je het
speelt en beleeft in de sfeer waar het ontstaan is. Uit een zekere rebellie
tegen de gevestigde orde in achteraf zaaltjes, clubs en donkere kroegen. Niet
de eerste keer dat ik pretendeer het liefst in dit soort rokerige gelegenheden
de spelen. Desalniettemin is het echt vleiend dat je voor een ouder gezelschap
speelt die je op handen draagt en al je oude nummers kent en meezingt.
Dat maakt
een heleboel goed, al hadden de grafbloemen voor aan het podium voor mij niet
echt gehoeven.
De avond had
voor ons we een zeker uitdaging, omdat Jethro Tull's Ian Anderson Look-a-Like
ons tijdens Locomotive Breath zou versterken. Maar helaas gaf hij,
begrijpelijk, de voorkeur aan een inval gig in Lisse, bij hem in de buurt.
Voor ons
startte de band Illigal, die ook vorig jaar de aftrap deed. De band was van een
easy listening bandje gegroeid tot een leuke coverband met zelfs een onbekend
Blondie nummer wat een aardig eind 70's sfeertje opriep.
Voor onze
set werd de, op de zanginstallatie storende, lichtinstallatie weer op automaat
gezet. Daar is bij ons geweld toch niets meer van te horen.
Met pakweg
+50 bezoekers was het voor een zondagavond lang niet slecht.
Herman had
een zware week achter de rug door een sterfgeval in zijn kennissenkring en had
voor 1 keer gewenst om bassist te zijn i.p.v. een vermakelijke frontman die het
enthousiasme van de band moet uitdragen. Aan Boudewijn en mij de taak dus om
het podium te vullen.
Broer Koen
had de weg naar Kats ook gevonden, maar met een D-harp viel er geen
gastoptreden te combineren. Jammer.
Even als
vorige keer stond er weer een camera op het podium gericht, maar daar hebben we
ons weinig van aangetrokken. Althans, we hebben er niet minder fouten om
gespeeld.
Onze zeldzame
oefenavond was er, dankzij de situatie
rond Herman, bij ingeschoten. De meeste nummers gingen dan ook geheel op
karakter.
De vroege
afsluiting van de avond was het uiteindelijk toch rond half 10 klaar, ondanks
de planning van half 9.
We hebben er
uiteindelijk een aangename avond van gemaakt met een hoop complimenten na
afloop.
Direct na
afloop gingen bij ons de stekkers er uit om nog enigszins op tijd thuis te zijn
op deze zondagavond. Na handen schudden, nabeschouwing, een lolletje hier en
daar en het normale zeul en sleepwerk, ligt alles er om half 11 in om
vervolgens naar huis te koersen.
Maar helaas!
Bij aankomst thuis is de zangmonitor, die Boudewijn bij mijn auto had
neergezet, niet te vinden. Shit. Waar is die gebleven.
Er zit in
zo'n geval niets anders op dan rechtsomkeert naar Kats te maken. Ondanks de
regen onderweg kom ik de droge monitor als een omgevallen grafzerk op de stoep
voor de garagedeur met uitrit vrij houden tegen, waar ik de auto een uur eerder
had geparkeerd voor het in laden.
Toch nog een
beetje mazzel.